Wasbeer trekt baantjes in de Vecht: schattig of ongewenst?
In dit artikel:
A wasbeer met zijn karakteristieke gestreepte staart zwom afgelopen zomer in de Vecht in Utrecht; een hardloper filmde het dier. Hoewel het beeld 'schattig' oogt, wekt de waarneming zorgen: wasberen zijn invasief en vormen een bedreiging voor inheemse biodiversiteit en stadsleven.
In Utrecht zijn de afgelopen jaren ongeveer vijf meldingen gedaan, dus lokaal is er nog geen grote populatie. Dat staat in schril contrast met delen van Limburg en Noord-Brabant, waar het dier al veel uitgebreider voorkomt. In Limburg zijn actief bestrijdingsmaatregelen genomen; de eerste honderd gevangen wasberen werden naar Stichting AAP in Almere gebracht, maar die opvang is vol. Nieuwe vangsten worden daarom vaak gedood omdat er geen plaats is.
Maurice La Haye van de Zoogdiervereniging ziet een stijging in meldingen sinds de opening van een meldpunt in 2017, al kan die toename deels komen doordat mensen beter opletten. De Europese regelgeving verplicht landen de populatie zo klein mogelijk te houden, omdat wasberen zich snel verspreiden en aanvullende schade veroorzaken als ze eenmaal talrijk worden.
De Provincie Utrecht heeft jagers opdracht gegeven om wasberen te bestrijden; Jeroen Nuissl van de Faunabeheereenheid merkt dat de eerste in de provincie al is doodgeschoten. Wasberen passen zich sterk aan stedelijke omgevingen aan, leven van menselijk afval en tonen opportunistisch gedrag, wat snelle groei van een populatie in de hand kan werken.
Oorspronkelijk komen wasberen uit Noord-Amerika; ze werden vanaf de jaren ’30 in Duitsland uitgezet voor de jacht en later ook gehouden voor bont. Ontsnappingen uit particulieren en kleine dierentuinen vormen volgens experts een belangrijke bron voor nieuwe populaties in Europa. In steden zoals Kassel zijn de problemen inmiddels groot: massale aantallen dieren veroorzaken schade aan huizen en bieden overlast in parken en wijken.
De Zoogdiervereniging vraagt mensen waarnemingen te fotograferen en te melden; die gegevens helpen provincies bij beslissingen over bestrijding. Voor bewoners is het raadzaam afval goed af te sluiten en dieren niet te benaderen, om verspreiding en conflictsituaties te beperken.