Zeist wist al maanden van hondenaanlijnplicht: 'Ik heb het gevoel dat we voor de gek zijn gehouden'

maandag, 8 december 2025 (20:04) - RTV Utrecht

In dit artikel:

WOO‑documenten waar RTV Utrecht inzicht in kreeg, tonen dat de gemeente Zeist al vroeg betrokken was bij de besluitvorming rond de tijdelijke aanlijnplicht voor honden die op 15 maart inging — in tegenstelling tot eerdere uitspraken van het college dat men door de provincie was “overvallen”. De stukken laten zien dat provinciale ambtenaren, terreinbeheerders en meerdere gemeenten vanaf eind november 2024 overleg voerden; Zeist was aanwezig bij bijeenkomsten op 9 en 30 januari 2025 waarin onder meer de voorkeur voor een tijdelijke maatregel in het welpenseizoen en de periode 15 maart–15 september werd besproken. Ook werden afspraken gemaakt over zonering, communicatie en handhaving, en werden grenzen van verbodsgebieden afgestemd.

Een inwoner uit Austerlitz, hondentrainster Martine van der Vegt, kreeg de documenten via een WOO‑verzoek en sprak op 20 februari in bij het politiek spreekuur tegen de maatregel. Een e-mail van Zeist aan de provincie van diezelfde donderdagochtend meldt dat twee hondenbezitters die avond tegen de aanlijnplicht zouden inspreken en uitdrukkelijk twijfelde over hoe zij daarvan op de hoogte waren. Dat wekte bij Van der Vegt het gevoel dat inwoners misleid zijn en dat het vertrouwen in het gemeentebestuur is geschaad.

In het raadsdebat leidde openbaarmaking van de stukken tot vragen van de VVD‑fractie. Fractievoorzitter Ernst van Splunter zegt dat burgers onterecht afhaken en vertrouwen verliezen. Hij heeft schriftelijke vragen aan het college gesteld en vraagt om uitleg over de interne communicatie en de rol van Zeist in de voorbereidingen.

Wethouder Wouter Catsburg erkent dat er ambtelijke gesprekken hebben plaatsgevonden, maar benadrukt dat het besluit op 13 maart werd meegedeeld en dat de gemeente nog ruimte zag voor bestuurlijk overleg over gebieden en keuzes. Volgens hem kwam de korte termijn tussen mededeling en ingangsdatum voor Zeist als een verrassing.

Achtergrond van de maatregel is het beschermen van fauna in het kraam‑ en welpenseizoen; Staatsbosbeheer koppelde de periode aan de campagne “kraamkamer voor de natuur”. In de stukken komt ook naar voren dat Zeist en Woudenberg aanvankelijk bezorgd waren over het ontbreken van alternatieve losloopgebieden, zorgen die na telefonisch overleg met de provincie bij ambtenaren grotendeels weggeschreven zouden zijn.

De WOO‑onthullingen hebben daarmee geleid tot politieke onrust en vragen over transparantie, de volgorde van besluitvorming en de communicatie naar inwoners die door de maatregel direct werden geraakt.