Zeilschepen en stoomboten in een fles: 40 jaar Flessenscheepjesbouwers

In dit artikel:

In Leerdam vierden leden van de Nederlandse Vereniging van Flessenscheepjesbouwers dit jaar hun 40-jarig bestaan met een openbare bijeenkomst in het Stadspodium GO. De keuze voor Leerdam was bewust: de stad staat bekend om glasblazen, en in de kantine stonden tafels vol flessen met miniatuurzeilschepen, stoomschepen en zelfs een helikoptermodel. Leden uit heel Nederland (en één uit Oostenrijk) toonden zowel monumentale, museumwaardige modellen van 17e‑/18e‑eeuwse koopvaarders als eenvoudige, kleinere bootjes gemaakt van afvalhout en satéprikkers.

Voorzitter Hans de Haan en bouwer Tom Olša fungeerden als gastheren. Hans liet ingewikkelde voorbeelden zien ― waaronder een miniscuul gloeilampje met een schip dat door woeste golven vaart ― en vertelde over de historie van de hobby: van de vroegste 'geduldflessen' waarin ambachtslieden hun werkplek nabouwden tot door zeelui voortgezette tradities; de oudste bewaarde fles dateert uit 1719. Tom demonstreerde aan bezoekers de praktische kant: de romp wordt zo gebouwd dat masten platgelegd kunnen worden, het model gaat in de fles en met touwtjes worden de masten weer opgehaald. "Tadá", zei hij toen het model rechtop stond, en hij grapte dat wie het in één keer goed doet een 'diploma en lidmaatschap' verdient.

De vereniging telt 48 leden en heeft moeite jonge mensen aan te trekken: het jongste lid is 51. Volgens Hans is dat niet verrassend; het geduld en de vrije tijd die de hobby vereist, passen vaak bij mensen die met pensioen gaan. Met jaarlijkse openbare bijeenkomsten probeert de club wel belangstelling te wekken bij nieuwe generaties.

De bijeenkomst in Leerdam gaf niet alleen een inkijk in technische trucs en uiteenlopende stijlen, maar benadrukte ook het ambachtelijke karakter en de sociale kant van een niche‑hobby die eeuwenoude tradities levend houdt.