Verdwenen schoolgebouwen: Technische School voor Mode en Kleding aan de Nolenslaan

maandag, 13 oktober 2025 (13:39) - De Utrechtse Internet Courant

In dit artikel:

Utrecht had vroeger een rijk aanbod aan praktijkgerichte vakscholen, maar de specifieke opleiding tot kleermaker lijkt nu verdwenen, terwijl instellingen als Nimeto, het Grafisch Lyceum Utrecht en ROC Midden Nederland nog altijd praktijkonderwijs bieden. De eerste Nederlandse kleermakersvakschool startte in 1903 aan de Oudegracht met aanvankelijk zeven leerlingen en verhuisde kort daarna naar het gebouw van leeszaal Concordia aan de Loeff Berchmakerstraat 12. Tien jaar na de oprichting groeide de school snel; bij het halve eeuwjubileum in 1953 telde ze 114 dagleerlingen en 61 cursisten bij de avondschool. Opmerkelijk was dat er toen meer meisjes dan jongens waren, terwijl het kleermakersvak van origine een mannenberoep was.

Directeur Petrus Johannes Starink kondigde ter gelegenheid van het jubileum nieuwbouw aan in het uitbreidingsplan Lauwerecht (de latere Staatsliedenbuurt). De school kreeg een moderne naam: Technische School voor het Kledingbedrijf. Als architect werd Albert van Overhagen (1919–1991) aangetrokken; hij was actief in Utrecht en ontwierp onder meer woningen, kerken en maatschappelijke gebouwen. Zijn plan voorzag in een L-vormig complex met twee haaks geplaatste panddelen verbonden door een trappenhuis. Er kwamen praktijklokalen, gescheiden verdiepingen voor meisjes en jongens, theorielokalen, administratie en een overblijflokaal dat ook als gymzaal kon dienen. De bouw duurde ruim anderhalf jaar; de officiële opening vond plaats op 12 september 1955 aan de toenmalige Nolensstraat 33a (later Nolenslaan).

Bij de ingebruikname verrichtte inspecteur van het Nijverheidsonderwijs Leo van Waegeningh het openingshanden en benadrukte dat Utrecht een degelijke kleermakersschool verdiende. De leerlingen toonden hun waardering met kleine geschenken aan het bestuur. Een opvallend kenmerk van het nieuwe pand was een bijzonder in de muur gemetseld baksteenreliëf op de blinde kopgevel: het beeld Naaiatelier liet vier kleermaaksters achter naaimachines zien. Het reliëf werd tijdens de bouw mee gemetseld en vereiste vakmanschap; het kunstwerk was gemaakt door Rumualda van Stolk (1921–2012) en Pieter Bogaerts (1920–1983), kunstenaars die Van Overhagen kende uit Amsterdam. Van Stolk zou in latere jaren vaker samenwerken met de architect en meerdere figuratieve reliëfs aan gebouwen in Utrecht leveren.

In de decennia daarna veranderde de school van naam en positie binnen het onderwijssysteem (onder meer MTS voor Mode & Kleding) en verwierf faam met modeshows van leerlingen. In 1990 werd de opleiding onderdeel van het Vaktechnisch Lyceum Utrecht als unit Mode en Kleding naast grafische opleidingen. Na de nieuwbouw van het Vaktechnisch Lyceum aan de Vondellaan in 1997 bleef uiteindelijk alleen het Grafisch Lyceum over. Het schoolgebouw aan de Nolenslaan werd eind jaren negentig gesloopt; daarbij ging het baksteenreliëf verloren. Sinds 2001 staat op dezelfde plek het appartementengebouw Nolenshof, dat de L-vorm van het oorspronkelijke schoolcomplex echoot. Hierdoor is het fysieke spoor van de kleermakersopleiding in Utrecht grotendeels verdwenen, terwijl andere praktische opleidingen in de stad voortleven.