Van vuist in de lucht tot racisme en rake klappen: El Azzouti, Kozakken Boys en Spakenburg over wat er misging in Werkendam
In dit artikel:
De KNVB start een onderzoek naar het incident rond Spakenburg-spits Ahmed El Azzouti na de uitwedstrijd bij Kozakken Boys in Werkendam. El Azzouti zegt dat hij en zijn familie tijdens en na de wedstrijd werden belaagd: volgens hem klonken tijdens de wedstrijd racistische spreekkoren gericht op zijn afkomst en richting asielzoekers, en na afloop werd een rookbom naar hem gegooid waarna een gewelddadige confrontatie ontstond. Meerdere teamgenoten, zijn moeder en broer zouden de uitlatingen hebben gehoord; enkele Spakenburg-spelers liepen volgens El Azzouti verwondingen op.
Kozakken Boys-voorzitter Dick Hoogendoorn geeft een ander beeld. Hij ontkent dat er tijdens de wedstrijd racistische uitlatingen zijn geweest en zegt dat het voorval pas na de wedstrijd plaatsvond: hij liep met El Azzouti via een andere uitgang naar de bus omdat veel supporters op de parkeerplaats stonden en er zou toen een rookbom zijn gegooid. Hoogendoorn zegt dat de club maandag intern beelden gaat bekijken en, als blijkt dat er fouten zijn gemaakt, maatregelen zal nemen.
El Azzouti uit vooral teleurstelling over de ontkennende toon van de voorzitter; hij had verwacht erkenning en excuses richting zijn familie. Tegelijkertijd prijst hij de spelers van Kozakken Boys, die volgens hem alles deden om Spakenburg-spelers en zijn moeder veilig van het terrein te krijgen. Ook Spakenburg-teamleider Eric Kok is geschrokken en bevestigt dat stewards en anderen El Azzouti moesten beveiligen; hij noemt het goed dat de KNVB onderzoekt wat er precies plaatsvond, zodat getuigenverklaringen niet de enige basis voor conclusies blijven. Spakenburg overweegt de moeder van El Azzouti een bloemetje te sturen; die geste ontbrak volgens hem van de thuisclub.
Afhankelijk van de uitkomst van het KNVB-onderzoek kunnen er disciplinaire stappen volgen. Het dossier onderstreept opnieuw de gevoeligheid rond racisme in het amateurvoetbal en de noodzaak van duidelijke verantwoordelijkheid van clubs en bestuurders.