Utrecht: overheid verantwoordelijk voor schade door lachgasverbod

vrijdag, 10 oktober 2025 (17:54) - De Utrechtse Internet Courant

In dit artikel:

Sinds het verbod op recreatief lachgas in 2023 ziet Utrecht een sterke toename van aangetroffen wegwerpcilinders: meldingen van lachgasafval zijn in de stad ongeveer elf keer meer geworden. Het college van burgemeester en wethouders stelt dat dit bijeffect van de wijziging van de Opiumwet niet lokaal kan worden opgelost en legt de verantwoordelijkheid bij het Rijk.

De cilinders worden als gevaarlijk afval gezien omdat ze niet in het restafval thuishoren en in verbrandingsovens kunnen exploderen of installaties beschadigen. In Utrecht haalt de verwerker deze metalen flesjes machinaal uit het restafval via nascheiding. De extra scheiding en verwerking drijven de verwerkingskosten op; Utrecht betaalt sinds dit jaar 94,80 euro per ton restafval (1,80 euro meer dan voorheen). Voor 2027–2028 is een lager tarief van 60 euro per ton afgesproken, maar dat bedrag is exclusief stijgende belastingen zoals verbrandings- en CO₂-heffingen, waardoor de uiteindelijke kosten onzeker blijven.

Financieel speelt het probleem al: afvalverwerker AVR legde in augustus 2023 een schadeclaim van 1,2 miljoen euro neer bij branchevereniging Afval Verwijdering Utrecht (AVU) wegens schade door lachgascilinders; AVU wees die claim af. Landelijk loopt een bodemprocedure die door de branchevereniging Nederlandse Vereniging van Reinigingsdiensten is aangespannen tegen de Rijksoverheid namens onder meer Utrecht. Als gemeenten de procedure verliezen, kan de schade alsnog evenredig over de 25 AVU-gemeenten worden verdeeld, aldus het college.

De gemeenteraad, met een meerderheid van PvdD, D66, LINK, PvdA, UtrechtNu! en GroenLinks, had vragen over kosten en mogelijke doorberekening aan huishoudens. Utrecht benadrukt dat straatopruimwerkzaamheden onder regulier onderhoud vallen en niet als aparte kostenpost worden geregistreerd; daardoor is er vooralsnog geen grote verhoging van de afvalstoffenheffing voor inwoners, in tegenstelling tot wat in sommige andere gemeenten is voorgevallen.

Voorstellen zoals statiegeld ziet het college niet als afdoende oplossing: pilots in Amsterdam en Arnhem trokken buitenstaanders aan en lieten zichtbaar zien dat cilinders ondanks statiegeld vaak alsnog in restafval of op straat belanden. De gemeente houdt vast aan bestaande communicatiekanalen over het verbod en afvalinzameling en dringt erop aan dat het Rijk passende, landelijke maatregelen en aansprakelijkheid regelt, omdat het probleem volgens het college niet effectief op gemeentelijk niveau kan worden opgelost.