Utrecht nog niet op koers voor klimaatdoelen 2030
In dit artikel:
De provincie Utrecht loopt achter op het 2030-klimaatdoel: huidige berekeningen uit de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) laten zien dat de broeikasgasuitstoot in Utrecht in 2030 naar verwachting 38–47% lager is ten opzichte van 1990, terwijl het doel 55% reductie is. Landelijk ligt die voorspelling tussen ongeveer 47% en bijna 55%, dus Utrecht blijft enigszins achterop.
De KEV is de jaarlijkse beoordeling van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op basis van wat er nationaal en regionaal is gedaan aan energie en klimaat. De provincie maakte een eigen doorrekening en noemt als belangrijke verklaring voor het Utrechtse verschil de centrale ligging: veel (vracht)verkeer rijdt van, naar en door de regio, waardoor mobiliteit een groter aandeel heeft in de totale uitstoot. Tegelijkertijd is de uitstoot door elektriciteitsopwekking in Utrecht relatief laag dankzij toenemende productie uit zon en wind en door verbeteringen in gebouwisolatie.
Het PBL waarschuwt dat versnelling noodzakelijk is: uitstel maakt de opgave zwaarder en duurder. Minder uitstoot is volgens het PBL niet alleen essentieel voor het terugdringen van klimaatverandering, maar vermindert ook de afhankelijkheid van fossiele import.
De provincie zet diverse praktische stappen om de doelstellingen dichterbij te brengen: maatregelen voor slim energiegebruik om woningbouw mogelijk te houden bij een vol stroomnet, ondersteuning van buurtinitiatieven voor duurzame verwarming, begeleiding van culturele instellingen bij verduurzaming en vergroening van eigen materieel (bijvoorbeeld werkschepen en zoutstrooiers). Ook worden duurzaam gebouwde projecten uitgevoerd, zoals het Ecoduct Maarsbergen met hergebruikte stenen en cementloos beton, en wordt actief fietsen gestimuleerd met nieuwe doorfietsroutes en een ontheffing voor speedpedelecs.
De provincie benadrukt dat gemeenten, bedrijven en inwoners noodzakelijk zijn voor het bereiken van de doelen en dat een ambitieuzer rijksbeleid met heldere wetgeving en gerichte subsidies het tempo kan verhogen. De urgentie is onderwerp van de Klimaatweek (10–16 november), waarin gedeputeerde Has Bakker het debat opstart met negen lokale Klimaatburgemeesters over knelpunten en kansen om samen sneller op koers te komen.