Sneeuwpret van korte duur, temperatuur komende week naar 10 graden

zondag, 23 november 2025 (09:21) - RTV Utrecht

In dit artikel:

In grote delen van Nederland viel vanochtend 1 tot 2 centimeter sneeuw, met plaatselijk ongeveer 3 cm in West-Brabant. Wegen en daken werden wit in onder meer Rotterdam, het rivierengebied en de provincie Utrecht, waardoor het lokaal glad is; het KNMI gaf daarom code geel af tot vanavond 21.00 uur.

Weeronline meldt dat het vanuit het westen in de loop van de ochtend vrij snel opdroogt, terwijl in de oostelijke helft nog enige tijd lichte sneeuw kan vallen. De temperatuur stijgt geleidelijk naar ongeveer 1–3 °C, maar een matige tot krachtige zuidenwind maakt het waterkoud. Vanmiddag trekt vanuit het zuidwesten een volgende neerslagzone het land binnen; rond 3 °C valt er vooral regen, maar in Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland kan die later overgaan in (natte) sneeuw met opnieuw 1–3 cm plaatselijke ophoping. In de provincie Utrecht lijkt later vandaag geen nieuwe sneeuw te vallen.

Voor de avond geldt dat het noordoosten tijdelijk wit en glad kan blijven bij temperaturen rond of iets boven 0 °C; elders zijn slechts enkele buien en blijft het ruim boven nul, waarna de sneeuw geleidelijk zal verdwijnen.

Na deze korte winterse opleving schakelt het weer deze week over op een zachter, wisselvalliger patroon met geregeld regen en oplopende temperaturen; tegen het einde van de week kan het op sommige plekken richting 10 °C worden, waardoor de winterse gevoelens snel verdwijnen. Volgens Weeronline en meteoroloog Jaco van Wezel verwacht men voor de winter als geheel opnieuw milder dan normaal weer, maar wel een iets grotere kans op korte koude periodes met sneeuw dan vorig jaar. Momenten met noordoostelijke aanvoer in de tweede helft van december en januari kunnen zorgen voor vorst- en sneeuwbuien, terwijl februari waarschijnlijk onstuimiger en natter wordt door versterkte zuidwestenwinden. Van Wezel benadrukt dat lange, strenge winters steeds zeldzamer zijn door klimaatopwarming; deze eeuw waren zo’n 75% van de winters normaal of zachter en slechts 25% relatief koud.