Ook vriendinnen verdacht in zaak rond brand bij restaurant De Bauers in Soest
In dit artikel:
Op 17 februari werd restaurant De Bauers in Soest en het bovenliggende woonhuis door brand verwoest nadat een man ’s nachts met een jerrycan benzine twee kinderkamers had overgoten; camerabeelden van die handeling gingen landelijk rond. Het vuur maakte zowel het restaurant als het appartement onbruikbaar, leidde tot giftige rook en dwong de brandweer 21 woningen te ontruimen. In totaal moesten 54 buurtbewoners in de kou elders onderdak zoeken. De officier van justitie schat de schade op bijna 2 miljoen euro.
Vandaag stond de 44-jarige Martin G. voor het eerst in de rechtbank in Utrecht. Hij woonde met zijn gezin boven het restaurant en wordt door het Openbaar Ministerie verdacht van medeplichtigheid aan brandstichting en oplichting: justitie vermoedt dat de brand was bedoeld om verzekeringgeld te verkrijgen. Als belangrijkste aanwijzing noemt het OM de verklaring van een 26-jarige man uit Apeldoorn, die bekent het vuur te hebben gesticht en zegt betaald te zijn door G. Die Apeldoornse verdachte zit eveneens vast.
Naast deze twee zijn ook hun vriendinnen als verdachten aangemerkt; zij zijn verhoord maar niet aangehouden. Verder speelt een vijfde persoon een mogelijke rol — iemand die veel contact had met beide mannen, wat blijkt uit afgeluisterd telefoonverkeer — maar over zijn concrete betrokkenheid is nog weinig duidelijk. Het OM overweegt bovendien of de Apeldoornse verdachte en zijn partner bij meerdere branden betrokken waren; die andere branden zouden eventueel in dezelfde zaak meegenomen kunnen worden, maar Martin G. en zijn vriendin worden daar niet van verdacht.
Publiekelijk voerden Martin G. en zijn partner in februari een ander verhaal: zij lieten zich in de media en op sociale media zien als zwaar getroffen slachtoffers en vroegen om hulp bij het vinden van nieuw onderdak. De vriendin deed aangifte van brandstichting en het paar claimde bij verzekeraar ASR, die een voorschot uitkeerde — ook dat onderdeel van het onderzoek.
De verdediging vroeg de rechtbank G. buiten hechtenis verder te laten deelnemen aan het onderzoek, wijzend op tegenstrijdigheden in de verklaring van de Apeldoorner en op G.’s gezinssituatie (vriendin en drie jonge kinderen die het afgelopen jaar van chalet naar chalet moesten). De rechtbank wees dit verzoek af en handhaafde de voorarreststatus, onder andere vanwege de grote maatschappelijke en mediabelangstelling die de zaak heeft opgeroepen. Wie van de betrokkenen de waarheid spreekt zal pas blijken tijdens de inhoudelijke behandeling.
Het OM verwacht het strafrechtelijk onderzoek rond de kerst af te ronden; op 20 januari bepalen partijen welke aanvullende informatie nog nodig is. In het dossier neemt justitie mee dat Martin G. ruim twintig jaar geleden al eens werd veroordeeld voor het veroorzaken van een gasexplosie in Rotterdam-West, een zaak die formeel geen bewijs vormt voor de huidige verdenkingen maar wel relevant is voor het onderzoek.