Met DUIC naar rechtbank Utrecht: familie spreekt namens slachtoffer over mishandeling met hond

zondag, 23 november 2025 (09:39) - De Utrechtse Internet Courant

In dit artikel:

De zitting begint ongewoon: het slachtoffer is niet aanwezig; haar dochter en schoonzoon zitten in haar plaats en ook de verdachte ontbreekt. Het gaat om een 53-jarige man uit Utrecht die wordt verdacht van mishandeling van zijn ex-partner en het niet tegenhouden van zijn hond. Het incident vond plaats op 31 augustus 2025 aan de Amsterdamsestraatweg; de vrouw deed op 1 september aangifte.

Volgens verklaringen riep de verdachte de vrouw uit de straat uit en zou hij woorden hebben gebruikt waarna zijn pitbull op haar afsprong en de man haar zou hebben geslagen. Drie omstanders bevestigen bij de politie dat de verdachte achter haar aanliep, dat de hond op haar sprong en dat de verdachte iets als “pak haar” gezegd zou hebben; op camerabeelden is een klap te zien. De dochter en schoonzoon spreken namens de vrouw en vertellen dat zij door de gebeurtenis een trauma heeft en sindsdien amper buitenkomt. In het dossier staan ook eerdere meldingen van huiselijk geweld; de rechter noteert vermoedens dat dit niet de eerste keer is geweest.

De verdachte ontkent een aanval: hij zei bij de politie dat hij alleen aan haar jas had getrokken en dat de hond haar herkende en blij op haar sprong. De hond werd na het voorval in beslag genomen maar later teruggegeven. De officier van justitie kwalificeert de feiten als meer dan een burenruzie en eist een taakstraf van 60 uur (waarvan 20 voorwaardelijk) voor mishandeling, aparte uren voor het niet vasthouden van de hond, plus een contactverbod en meldplicht.

De rechter veroordeelt de man voor mishandeling en legt 60 uur taakstraf op, waarvan 20 voorwaardelijk, en bevestigt een contactverbod. Voor het niet tegenhouden van de hond spreekt de rechter hem vrij: omdat de hond de vrouw niet gebeten heeft en haar kennelijk kende, is niet onomstotelijk vast te stellen dat het dier haar daadwerkelijk aanviel. De rechter merkt wel op dat de mishandeling ernstig was en dat het openbaar plaatsvond, waardoor het slachtoffer publiekelijk werd vernederd. Omdat aantijgingen als het aanzetten van de hond niet ten laste waren gelegd, kon daar niet voor worden veroordeeld.