Mantelzorger vrijgesproken van diefstal geld oom en tante

maandag, 24 november 2025 (15:04) - Dagbladutrecht.nl

In dit artikel:

Een 63‑jarige vrouw uit Houten is door de rechtbank Midden‑Nederland vrijgesproken van diefstal van ruim €450.000 van haar oom en tante. De vrouw stond ook terecht voor verduistering, maar die verdenking kon niet inhoudelijk worden beoordeeld omdat de vervolging daarvoor verjaard is.

Achtergrond: sinds 2010 verleende de vrouw mantelzorg aan het stel. Eind december 2012 kregen zij haar een notariële volmacht waardoor zij bevoegd werd over hun bankrekeningen en bankpassen te beschikken. De oom overleed in 2015, de tante in 2016. Twee kleinzonen deden in 2016 aangifte; zij beweerden dat de vrouw, samen met haar toenmalige partner, grote bedragen van het tweetal had besteed zonder toestemming. De vrouw gaf toe dat zij overboekingen en grote pinopnames heeft gedaan, en verklaarde dat dit met instemming van de oom gebeurde. Een groot deel van het geld zou zijn besteed aan de verbouwing van het restaurant‑hotel van haar toenmalige partner in Turkije. Zij werd in juli 2018 aangehouden en in juli 2024 gedagvaard.

Juridische beoordeling: voor verduistering geldt een verjaringstermijn van zes jaar; omdat de dagvaarding op 27 juli 2024 plaatsvond, waren alle beschuldigingen van verduistering die vóór 27 juli 2018 zouden zijn gepleegd verjaard. De betreffende feiten betroffen de periode 1 januari 2010 tot en met 6 oktober 2017, zodat het Openbaar Ministerie voor verduistering niet‑ontvankelijk werd verklaard.

Voor diefstal geldt een verjaringstermijn van twaalf jaar, waardoor de rechtbank wel inhoudelijk naar die beschuldiging keek. Tijdens de periode van de volmacht kan er juridisch geen sprake zijn van diefstal: de volmacht gaf de vrouw het recht de gelden te beheren, en eventuele misbruiksituaties zouden onder verduistering vallen. Voor de transacties die vóór de volmacht plaatsvonden — ongeveer €22.000 — vond de rechtbank geen wettig en overtuigend bewijs dat die bedragen tegen de wil van het stel waren weggenomen. De vrouw verklaarde dat haar oom in die periode zijn bankzaken nog zelf deed en de betalingen in verband stonden met steun aan het opzetten van het Turkse bedrijf; die lezing werd deels bevestigd door een getuige uit het verpleeghuis die zei dat de oom goed bij verstand was in de beginperiode en de vrouw en haar partner vaak bezocht. Op basis hiervan wees de rechtbank de diefstalbeschuldigingen af.

Kort: de zaak leidde tot vrijspraak van diefstal en tot niet‑ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie voor verduistering vanwege verjaring.