Importheffing van 20 procent op varkensvlees treft slachthuis Westfort in IJsselstein

In dit artikel:

Slachthuis Westfort uit IJsselstein krijgt vanaf woensdag te maken met een voorlopige importheffing van China op varkensvlees: voor Westfort is dat 20 procent. De maatregel volgt op een Chinees onderzoek waarin wordt gesteld dat EU-varkensvlees te goedkoop zou worden aangeboden; op basis van tussentijdse conclusies legt Beijing heffingen tussen 15,6 en 62,4 procent op aan verschillende Europese leveranciers. China heeft het onderzoek inmiddels verlengd tot december en kan de tarieven later aanpassen of terugdraaien.

Analisten en betrokkenen zien de stap niet alleen als handelsbescherming tegen vermeende dumping, maar ook als politiek drukmiddel als reactie op Europese importheffingen voor Chinese elektrische auto’s. Martijn Huysmans (Universiteit Utrecht), die handelsrelaties bestudeert, verwacht dat de Nederlandse vleessector via brancheorganisatie COV naar Brussel zal stappen om tegenmaatregelen of steun te zoeken. De COV noemt de heffingen zorgwekkend en is in overleg met de overheid; de organisatie ontkende vorig jaar nog dat er sprake was van dumping.

De maatregel kan directe gevolgen hebben voor de keten: als de Chinese vraag daalt blijven slachtrijpe varkens over, wat de prijzen drukt en mogelijk boeren dwingt te stoppen — met schommelingen in aanbod als gevolg. Of consumenten in Nederland daardoor goedkoper varkensvlees in de supermarkt zien, is onzeker; winstmarges in de keten kunnen prijzen dempen. China is wereldwijd de grootste importeur van varkensvlees en vormt voor Europese verwerkers vooral een markt voor producten die in Europa minder aftrek vinden, zoals oren, poten en orgaanvlees. Naast Westfort treft het Nederlandse Vion ook een voorlopige heffing van 32,7 procent.