Gemeente: veel bereikt, maar Utrecht moet nog inclusiever
In dit artikel:
De gemeente Utrecht rapporteert uit haar recente inclusie- en diversiteitsmonitor dat veel inwoners zich gediscrimineerd voelen of lastig kunnen meedoen in het maatschappelijk leven, terwijl het bestuur ook wijst op concrete voortgang van het afgelopen jaar. Uit de monitor blijkt dat mensenrechten onder druk staan en discriminatiecijfers stijgen; nationale en internationale spanningen verminderen het veiligheidsgevoel, vooral bij islamitische en Joodse Utrechters en lhbti+-personen. Daarnaast zegt ongeveer een derde van de Utrechters straatintimidatie te ervaren en is toegankelijkheid voor groepen zoals dove mensen nog onvoldoende.
De gemeente benadrukt dat zij actief heeft ingezet op verbinding en zichtbaarheid: financiële en organisatorische steun aan initiatieven als Pride en het Comité 30 juni/1 juli (Keti Koti), onderzoek naar straatnamen met een verband met het slavernijverleden en deelname aan een omstanderscampagne tegen discriminatie. Er is meer samenhang ontstaan tussen verschillende lokale initiatieven en het stadsbeleid is aangescherpt.
Vooruitkijkend krijgt extra steun prioriteit voor zwarte, Joodse, islamitische en Aziatische gemeenschappen en komt er aandacht voor bewustwording rond gendernormen en de rol van privilege. De gemeente wil dat mensen in meer bevoorrechte posities leren over machtsverhoudingen en deze positie inzetten voor een inclusievere, toegankelijke en veilige stad. De monitor blijft het instrument om beleid bij te stellen.