Gemeente Utrecht treedt op tegen verkoop losse kamers
In dit artikel:
In Utrecht duikt steeds vaker een handelswijze op waarbij kamers binnen één woning die eerder werden verhuurd, na een snelle opknapbeurt afzonderlijk te koop worden gezet. Banken verstrekken geen hypotheek op zulke onzelfstandige kamers (vaak met gedeelde voorzieningen), waardoor kopers het volledige aankoopbedrag uit eigen middelen moeten betalen — veelal tussen €100.000 en €200.000. De gemeente ziet dit als een vorm van winstbejag die niet bijdraagt aan meer woningen of sociale gelijkheid; vaak kopen vermogende ouders de kamers voor hun kinderen.
De constructie werkt doordat verkopers het gebruiksrecht van een kamer apart aanbieden zonder formele splitsing van het pand. Dat brengt vooral risico’s met zich mee voor kopers, omdat de situatie juridisch onzeker is en banken niet meewerken. Wethouder Dennis de Vries noemt de praktijk onwenselijk en wil zowel kopers als verkopers ontmoedigen.
Utrecht gaat nu handhaven. Juridisch zet de gemeente twee routes in: voor woningen binnen de opkoopbescherming (nu tot circa €611.000) wordt gehandhaafd op grond van die regeling; bij duurdere woningen wordt gecontroleerd op het ontbreken van een benodigde splitsingsvergunning. Nieuwe eigenaren kunnen een aanwijzing van de gemeente verwachten met de oproep de illegale situatie te herstellen; daarbij horen mogelijk een last onder dwangsom en bestuurlijke boetes. Wie meer wil weten of een splitsingsvergunning nodig heeft, wordt verwezen naar de gemeentelijke informatie en het loket Wonen.