Gamen met de politie: 'We hopen dat jongeren sneller iets durven melden'
In dit artikel:
Jeugdwijkagent Roel Verkerk en digitaal wijkagent Arie van Prooijen van basisteam Utrecht Centrum gamen sinds september elke dinsdagavond met jongeren om online contact te leggen en problemen sneller boven tafel te krijgen. Vanaf bureau Paardenveld loggen ze om 19.00 uur in op de PlayStation en communiceren via een openbaar Discord-kanaal onder de accountnaam Politie_Utrecht_Centrum; de sessies duren doorgaans tot ongeveer 22.00 uur. Eén agent speelt, de ander moderates de chat en beantwoordt vragen.
Het initiatief is een lokale uitwerking van het landelijke project Gamen met de politie dat tijdens de coronaperiode ontstond. De bedoeling is jongeren te bereiken die je op straat weinig tegenkomt omdat zij na schooltijd vaak meteen de online wereld induiken. De eerste sessie trok verrassend veel deelnemers: in plaats van één of twee spelers meldden zich meteen zo’n veertig jongeren aan; het Discord-kanaal groeide sindsdien naar ongeveer 85 leden en stijgt wekelijks.
Aan de aanpak liggen duidelijke regels: deelnemers moeten bij aanmelding huisregels accepteren waarin onder meer geen racisme, seksisme of haat toegelaten is. De agenten bewaken grenzen: sommige spellen, zoals GTA, worden helemaal niet gespeeld; andere, zoals Fortnite en Call of Duty, worden met nuance ingezet (bijvoorbeeld later op de avond en niet tijdens ‘kindertijden’). Leeftijdscontrole blijft lastig en ligt grotendeels bij ouders. Streamen van beeld staat op de verlanglijst, maar dat vereist veel regelgeving en kan daarom nog niet.
Gamen dient niet alleen vermaak maar vooral verbinding en preventie. Via de chat komen uiteenlopende vragen binnen — van informatie over de politieopleiding tot praktische zaken als verlopen ID’s of wat te doen bij winkeldiefstal — en soms ook serieuze meldingen. Een concreet voorbeeld: een meerderjarig meisje meldde via Discord seksuele intimidatie; de agenten hielden gesprekken met haar en ondersteunden haar richting aangifte. Zulke gevallen illustreren hoe laagdrempelige onlinecontacten jongeren kunnen motiveren om hulp te zoeken die ze misschien niet via de telefoon of face-to-face zouden vragen.
Niet alle collega’s stonden aanvankelijk meteen achter het project; sommigen zagen het als “gamen onder werktijd”. Met resultaat en ervaring groeit de acceptatie. De agenten combineren het gamen met reguliere taken zoals socials bijhouden en nieuw beeldmateriaal bedenken; innovatie wordt gezien als noodzakelijk om relevant te blijven voor jongeren.
In de komende weken trekken ze ook met de PlayStation fysiek de wijk in, met speelmomenten in buurthuizen in Noord en West, en plannen voor aanwezigheid op Comic Con, in bibliotheken en op scholen. Het project illustreert een bredere trend in digitale buurtzorg: politiefunctionarissen gebruiken online platforms om zichtbaarheid en bereik onder jongeren te vergroten, met aandacht voor moderatie, privacy en het bewaken van juridische en morele grenzen.