Engelman - Onderzoek ambtelijke corruptie blijft etterende wond
In dit artikel:
In Utrecht speelt al sinds 2021 een politiek- en bestuursaffaire rond het plan voor een 70 meter hoge woontoren met 140 appartementen op het parkeerterrein bij het Rachmaninoffplantsoen (project ‘Weltevreden’). Centrale vragen: is er sprake van ambtelijke corruptie, waarom sleept een mogelijk strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie al meer dan drie jaar aan, en beschermt het college van burgemeester en wethouders zijn eigen ambtenaren voldoende?
Hoe het begon: op 23 juni 2021 maakte het Utrechtse college via een persbericht bekend een intentiedocument voor het Weltevreden-project te hebben vastgesteld. Omwonenden en belangenverenigingen voelden zich bedrogen omdat eerder afspraken waren gemaakt over vergroening van het parkeerterrein en het behoud van het naastgelegen Hommelbos. Ook de gemeenteraad bleek verkeerd geïnformeerd: het college had gezegd dat bij de verbouwing van het ROVU-stadhuis de helft van het parkeerterrein aan Bouwinvest was verkocht.
Onderzoek van Nieuws030 toonde echter aan dat Utrecht op 15 februari 2019 twee percelen aan Rachmaninoffhuis bv (Egeria) verkocht voor €311.868, waarna die percelen binnen vijf maanden voor €1.280.917 aan Bouwinvest werden doorverkocht — een waardestijging van bijna €1 miljoen, terwijl de bestemming bleef ‘parkeerterrein’. In de akten dook bovendien een anterieure overeenkomst van 6 maart 2018 op, en de daadwerkelijke verkoopdata bleken 2 en 3 oktober 2018 te zijn. Het stadsbestuur weigerde aanvankelijk inzage in die anterieure akte.
Deskundigen wezen erop dat de forse prijsstijging niet zomaar uit de akten valt te verklaren en dat de gemeente mogelijk te weinig voor de grond had ontvangen. De projectleider in de vastgoedorganisatie van de gemeente hield echter vol dat de gemeente geen directe partij was bij de doorverkoop en dat er een marktconforme prijs was betaald op basis van een externe taxatie. Tegenonderzoek door buurtwoordvoerder Irene Sinteur toonde echter dat in de anterieure akte stond dat het college bij elke doorverkoop het concept van de notariële akte kon controleren — de gemeente was dus wél betrokken.
Een verklaring die door de betrokken partijen werd aangedragen was dat de hogere grondprijs zou dienen om een nog openstaande schuld tussen Rachmaninoffhuis en Bouwinvest te vereffenen. Die verklaring rammelde, omdat uit de koopakte van het verbouwde gebouw bleek dat Bouwinvest de volledige koopprijs van €18 miljoen op 3 oktober 2018 zou hebben voldaan. Zowel Bouwinvest als Rachmaninoffhuis weigerden later mee te werken aan verdere openheid over eventuele onderhandse afspraken.
Politiek leidde dit tot verontwaardiging: raadsleden van SP en PvdA stelden vragen, en inwoners werden bij inspraakavonden in november 2021 en januari 2022 volgens meerdere getuigen met druk geconfronteerd. De voorzitter van de Utrechtse Bomenstichting, Kees van Oosten, deed op 26 januari 2022 aangifte bij het OM wegens een vermoeden van ambtelijke corruptie. Het Arrondissementsparket Midden-Nederland stuurde de aangifte door naar het Functioneel Parket om schijn van vooringenomenheid te vermijden (burgemeester en parket zitten in hetzelfde regionale overleg). Sindsdien is het stil: Van Oosten kreeg alleen een ontvangstbevestiging; klachten bij het gerechtshof leverden ook geen vervolginformatie op.
Nieuws030 bleef het Functioneel Parket achtervolgen met vragen en kreeg wisselende reacties: dat het onderzoek niet was afgerond, soms dat de zaak bij de FIOD lag, soms dat ICT- of personele problemen werk vertraagden. Drieënhalf jaar na de aangifte ontbreekt elk openbaar rapport of eindbesluit, waardoor medewerkers van de gemeentelijke vastgoedorganisatie mogelijk onterecht lang onder een corruptieversmoking blijven.
In april 2022 bracht een WOO-verzoek nieuw licht: in de ambtelijke archieven verscheen een memo van ontwikkelaar MOOI (Egeria) waaruit bleek dat oud-SP-wethouder Paulus Jansen in 2017 al over een tweede fase in het Rachmaninoffplantsoen had gesproken. Dat weerlegde eerdere stellige uitspraken van toenmalig wethouders Verschuure en Diepeveen dat vóór mei 2019 nooit met projectontwikkelaars over een torenflat was gesproken. Het college bood excuses aan en gaf KPMG opdracht om het gemeentelijk handelen te onderzoeken; dat bureau concludeerde binnen vijf maanden dat Utrecht geen toezeggingen had gedaan en dat de memo anders was geïnterpreteerd. Desondanks stemde een meerderheid van de raad op 22 december 2022 voor het intrekken van het torenflatplan.
Veel vragen blijven open: de geheimzinnigheid rond de anterieure overeenkomst en de in korte tijd ontstane prijssprong, het onduidelijke verloop en de huidige status van het OM-onderzoek, en of het college voldoende heeft gedaan om ambtenaren en externe betrokkenen te ontlasten of het onderzoek te bespoedigen. De gemeente volstaat in publieke antwoorden met het formele standpunt dat aangiftes door justitie moeten worden beoordeeld en dat zij daar geen uitspraken over doet.
Breder geldt dat de affaire impact heeft op het werkklimaat in de gemeentelijke organisatie: Utrecht kampt met relatief hoog ziekteverzuim onder ambtenaren (8,6 procent), waarbij stress een belangrijke factor is, en de slepende, onopgeloste kwestie rond Weltevreden draagt volgens betrokkenen mogelijk bij aan die druk. Conclusie: de geplande woontoren is afgeblazen, maar de juridische en bestuurlijke schaduwen rond de transacties en beslissingen rond het Rachmaninoffplantsoen zijn nog niet weggenomen — het dossier oogt onvoltooid en mogelijk inactief bij justitie.