Donald Koppel (83) zat met zijn familie ondergedoken in Ondiep
In dit artikel:
Donald Koppel, geboren in Utrecht in 1941 als lid van een joodse familie, groeide op te midden van de Tweede Wereldoorlog met ingrijpende ervaringen. Zijn vader, Samuel Koppel, was slager in de Utrechtse binnenstad en werd in 1942 gearresteerd vanwege het verbergen van een fiets van zijn vrouw. Hij belandde uiteindelijk in kamp Mauthausen, waar hij om het leven kwam. Donald's moeder dook kort daarna onder in een woning aan de Hoogelanden Westzijde 17 in Utrecht, waar ook Donald als baby en andere familieleden verborgen zaten. Deze locatie was een drogisterij beheerd door het gereformeerde echtpaar Ab en Wil Toom, die zonder kinderen waren en bereid waren de familie te helpen. Ondanks het risico werden ze niet verraden, mede dankzij het verzet en het hulpnetwerk rond hen.
De onderduikperiode duurde ruim tweeënhalf jaar, waarin Donald als peuter nauwelijks zelfstandig kon bewegen of spelen vanwege de constante dreiging. Hij herinnert zich onder meer dat zijn grootmoeder hem streng toesprak om zich stil te houden, en dat de Grüne Polizei een keer tevergeefs probeerde binnen te komen. Na de bevrijding kon de familie niet terugkeren naar hun huis op de Blauwkapelseweg, waarna ze enige tijd doorbrachten bij vrienden in Zegveld en later verhuisden naar Amsterdam. Donald’s moeder hertrouwde met een Joodse man die de oorlog na een gevaarlijke vlucht naar Zwitserland had overleefd, maar zwaar beschadigd was.
Ondanks het relatief hoge aantal overlevenden binnen zijn familie (16 van de 18 directe familieleden), bleef Donald zwaar getekend door de oorlogservaringen. Hij groeide beschermd en asociaal op, had moeite met sociale omgang en kreeg jeugdtherapie van psychotherapeut Gerard van der Heide, zelf een overlevende van de kampen. Na de oorlog deed zijn moeder aangifte tegen een NSB-vrouw die haar ouders mogelijk had verraden, maar deze zaak werd niet vervolgd. Ook was er controverse rond een politieagent Van Kooten, die hen hielp met onderduikadressen maar tevens illegaal voordeel behaalde.
In 1996 ontving het echtpaar Toom postuum een Yad Vashem-onderscheiding, aangevraagd en voorbereid door Donald, die door het interviewen van zijn moeder diepere inzichten kreeg in het verleden. De nauwe band met de familie Toom bleef behouden tot hun overlijden.
Donald zet zich nu in als gastspreker bij Herinneringscentrum Westerbork en bezoekt basisscholen, waaronder ook in Utrecht, waar hij vertelt over de oorlogservaringen van zijn familie en zijn eigen jeugd. Met zijn achtergrond als economiedocent slaagt hij erin de verhalen levendig en passend aan te bieden aan jonge leerlingen. Hij benadrukt onder meer de impact van de Koreaanse Oorlog op zijn jeugd en het leven vlak na de Tweede Wereldoorlog. Zijn doel is om nog lang het verhaal van de oorlog door te geven, zodat de herinnering leeft en toekomstige generaties leren van het verleden.