'De stem van Jonge Utrechters' moet jonge inwoners meer invloed op de stad geven

woensdag, 12 november 2025 (17:39) - De Utrechtse Internet Courant

In dit artikel:

In Utrecht start de gemeente en jongeren zelf het programma “De stem van Jonge Utrechters” om inwoners van 9 tot en met 27 jaar structureel mee te laten praten over stadsbeleid. De maatregel is gericht op een grote groep jonge Utrechters die bij de meest recente verkiezingen nog te jong was om te stemmen; het doel is hun ideeën wél zichtbaar en invloedrijk te maken aan beslis-tafels in de stad. Wethouder Eva Oosters geeft aan dat zij persoonlijk de leeftijdsgrens het liefst naar zestien wil, maar benadrukt dat het plan al nu jongere inwoners inspraak biedt.

Het programma is vanaf het begin ontwikkeld samen met jongeren — via scholen, straatgesprekken, jongerenraden en organisaties zoals STAD Utrecht — en bouwt op wat zij zelf belangrijk vinden. Vier kernlijnen vormen de inhoud:

- Laagdrempelige ondersteuning: jongeren met plannen krijgen makkelijker toegang tot geld en hulp. Het initiatievenfonds is opgepoetst met kortere formulieren, voorbeelden, zichtbaarheidscampagnes, een direct 06-contact en begeleiding van jongerencoaches. Ook andere subsidieregelingen (zoals Stem van Utrechters, VIVE en cultuurprojectsubsidies) worden toegankelijker gemaakt.

- Beter bereiken: een speciaal jongerencommunicatieteam gaat boodschappen in de juiste toon en via passende kanalen verspreiden. De gemeente gaat actiever naar jongeren toe — op straat, op school en via partners als DOCK.

- Samenwerking met het onderwijs: scholen worden vaste partners in participatie. Een coördinator voor ‘levensechte vraagstukken’ koppelt leerlingen aan actuele stadsvraagstukken, waardoor burgerschapsonderwijs concreter en praktischer wordt.

- Erkenning en waardering: Utrecht organiseert in 2026 een eerste stedelijke jongerenbijeenkomst waar jongeren hun werk kunnen presenteren. Deelname aan peilingen en projecten wordt vaker beloond, bijvoorbeeld met waarderingen of vergoedingen.

De gemeente erkent dat de grootste verandering bij zichzelf moet beginnen: ambtenaren, het college en de raad moeten houding en werkwijze aanpassen om jongeren daadwerkelijk ruimte te geven binnen het beleid.