De provincie roept kabinet op om randvoorwaarden woningbouw aan te pakken

In dit artikel:

De provincie Utrecht stelde in een rapport vast wat nodig is om de bouw van 88.000 woningen vóór 2030 haalbaar te maken. Grote belemmeringen zijn volgens de provincie: onrendabele toppen bij projecten, gebrek aan stikstofruimte waardoor vergunningen onzeker zijn, congestie op het elektriciteitsnet, te weinig investering in openbaar vervoer en ontsluitingswegen, en een tekort aan personeel en expertise bij gemeenten, corporaties en bouwers.

De problemen spelen in de hele provincie maar zijn extra nijpend bij de zogenoemde regiopoorten — grootschalige ontwikkellocaties rond OV-knooppunten — die volgens Utrecht substantiële rijksfinanciering nodig hebben. Concrete projecten die vertraging oplopen zijn onder meer Ruimtekwartier in Stichtse Vecht (2.500 woningen), Spoorzone Veenendaal (4.000 woningen), Cartesiusweg in Utrecht (2.530 woningen) en het omvangrijke Groot Merwede-gebied (circa 75.000 woningen in Nieuwegein en Utrecht).

Ook het Interprovinciaal Overleg (IPO) bracht een vergelijkbare landelijke analyse uit en stelt dat het Rijk structureel 4–5 miljard euro per jaar moet investeren om deze knelpunten weg te nemen. De provincie waarschuwt dat zonder duidelijke rijksbijdrage de gemaakte woondeals vooral papieren afspraken blijven en de woningproductie onvoldoende zal stijgen.