College wil eind 2026 update geven over aanpak 'foute' Utrechtse straatnamen

In dit artikel:

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht werkt aan een beleid voor het omgaan met zogenaamde ‘foute’ straatnamen en verwacht eind 2026 helderheid te kunnen geven over de aanpak. De aanleiding zijn straatnamen die herinneren aan personen of gebeurtenissen met een beladen verleden, bijvoorbeeld de Burgemeester van der Voort van Zijplaan in Tuindorp — vernoemd naar Coenraad van der Voort van Zijp, die later bleek NSB-lid te zijn geweest.

De vragen werden in gang gezet door D66-raadslid Dirk-Jan van Vliet en mede-ingediend door een brede coalitie van partijen (onder meer LINK, PvdA, DENK, Stadsbelang Utrecht, VVD, GroenLinks, CU, Volt en PvdD). Zij willen duidelijke regels over wanneer en hoe namen worden aangepast of van context worden voorzien.

Het college onderzoekt meerdere instrumenten. Een proef met QR-codes op de Prins Bernhardlaan wordt genoemd: die bieden laagdrempelige historische informatie, maar zijn soms moeilijk te scannen en kwetsbaar voor vervuiling of beplakking. Naamswijzigingen vormen een alternatief, maar brengen kosten en veel praktische inspanning met zich mee omdat adressen door bewoners en bedrijven aangepast moeten worden.

Advies van de commissie Straatnaamgeving is vooral gericht op bewustwording — bijvoorbeeld via educatieve activiteiten en gesprekken over het (koloniale) verleden. Utrecht heeft inmiddels straatnamen die met kolonialisme of slavernij te maken hebben geïnventariseerd en werkt aan historische toelichtingen die gebruikt kunnen worden als onderschriften. Het college voert gesprekken met betrokkenen en de commissie om het benoemingsproces te evalueren; eind 2026 volgt een concreet voorstel met mogelijke vervolgstappen.