Bedreigde buren Kamerik voelen zich niet meer veilig: 'Zelfs in ons eigen huis niet meer'
In dit artikel:
In Utrecht stonden donderdag twee buren uit Kamerik — Alwin en Albert — tegenover hun buurman Ben, die wordt beschuldigd van doodsbedreigingen. De zaak draait om uitspraken die Ben twee jaar geleden zou hebben gedaan nadat hij in november 2024 een brief van de gemeente Woerden ontving. Die brief, overhandigd door twee boa's, riep op een einde te maken aan de jarenlange burenruzie aan de Van Teylingenweg. Volgens de boa's reageerde Ben daarop met bedreigingen richting zijn buren; hij zou hebben verwezen naar een noordelijk schietincident en gezegd dat hij de buren “zou neerhalen”. Alwin en Albert deden daarop aangifte.
De strijd tussen de twee huishoudens begon in 2020, naar aanleiding van onenigheid over de bouw van een schuur op het erf van buurvrouw Marian, die dicht bij het huis van Alwin en Albert staat. Sindsdien hebben klachten, treiterijen, intimidatie en wederzijdse beschuldigingen de sfeer in het buitengebied verziekt. Pogingen tot mediation door de gemeente slaagden niet en ook een conflict over de staat en kosten van een onverharde toegangsweg bleef onopgelost.
Tegen het echtpaar Marian en Ben lopen inmiddels twee afzonderlijke strafzaken. Ben stond 30 oktober terecht voor de bedreigingen; Marian wordt verdacht van het jarenlang uitbuiten van een 33-jarige vrouw op haar stoeterij, mogelijk onder dreiging. Die zaak leidde twee jaar geleden tot een grote politie- en inspectieactie op het adres en is nog niet inhoudelijk behandeld.
In de rechtbank legde Alwin een emotionele slachtofferverklaring af en zei dat hij en Albert zich onveilig voelen, zelfs in hun eigen huis; ze hebben bodycams aangeschaft. Ben ontkent de bedreigingen en stelt zelf slachtoffer te zijn van mishandeling door de buren; hij zegt hierover beeldmateriaal te hebben en heeft een litteken dat hij daaraan toeschrijft. Een eerder ingediende aangifte over die vermeende mishandelingen werd geseponeerd. Zijn advocaat betwist de betrouwbaarheid van de boa-verklaringen en benadrukt dat haar cliënt al korte tijd in hechtenis heeft gezeten.
De officier van justitie rekende de boa's wel betrouwbaar en legde uit dat Ben met zijn woorden verwees naar het gewelddadige incident in Weiteveen. Zij eiste 40 uur werkstraf (waarvan de helft voorwaardelijk). De rechtbank legde echter een mildere straf op: een voorwaardelijke geldboete van 500 euro met een proeftijd van drie jaar. De rechter vond dat niet alle uitlatingen als doodsbedreigingen moesten worden gekwalificeerd en dat een taakstraf weinig zou bijdragen aan het oplossen van het onderliggende conflict.
Of die veroordeling de gespannen verhouding aan de Van Teylingenweg zal verbeteren, blijft twijfelachtig. Beide partijen zeggen al vaker te hebben geprobeerd het conflict te beëindigen, maar zonder succes.