Brasems, snoekbaarzen en Pontische stroomgrondels opgevist tijdens vistelling bij Fort Blauwkapel
In dit artikel:
In De Meern telde de Nederlandse Sportvisunie — op verzoek van de Algemene Utrechtse Hengelaarsvereniging en samen met de gemeente Utrecht — voor het eerst in negen jaar vissen in de plas Veldhuizen. Doel van de telling is inzicht krijgen in de visstand omdat die veel zegt over waterkwaliteit en of er ingrepen nodig zijn in beheer of inrichting van het water.
De onderzoekers gebruikten grote fuiken van circa 160 meter en elektro‑visapparatuur: een schepnet dat korte schokjes geeft om vissen tijdelijk te verdoven zodat ook langs de oever specimens vastgesteld kunnen worden. Elke vis werd geteld, gemeten en gewogen; daarna werden de dieren teruggezet. Metkijkende hengelaars noteerden soorten en afmetingen, van kleine baarzen tot zeelten van ruim een halve meter en meer dan twee kilo.
Vergeleken met de vorige telling bij Fort Blauwkapel in 2016, toen 2.031 vissen (ongeveer 75 kg) en tien soorten werden geregistreerd, stuitte het team nu op meerdere soorten die eerder niet waren waargenomen. Onder andere verschillende grondelsoorten (zoals Pontische stroomgrondel, zwartbekgrondel, marmergrondel en Kesslergrondel), roofblei en zelfs een Amerikaanse rivierkreeft werden aangetroffen. De Sportvisunie wijst erop dat exoten zich als een olievlek verspreiden; ze kunnen aanvankelijk verstoring veroorzaken, maar verdwijnen niet altijd; het effect hangt van de soort en de lokale ecologie af.
De precieze bevindingen en het advies van de Sportvisunie aan de gemeente worden later bekendgemaakt. De telling moet de gemeente helpen besluiten of en welke maatregelen nodig zijn om de visstand en daarmee de waterkwaliteit te beheersen.