Amersfoort vreest dat provincie locaties windmolens aanwijst, Hoogland-West in beeld

In dit artikel:

De provincie Utrecht heeft de regio Amersfoort tot de zomer van 2026 uitstel gegeven om nieuwe locaties voor wind- en zonne-energie aan te wijzen. De zeven betrokken gemeenten (Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest en Woudenberg) moeten samen zorgen dat er tegen 2030 in totaal 0,5 TWh aan duurzame elektriciteit wordt opgewekt — genoeg voor ongeveer 160.000 huishoudens. Een groot deel van die capaciteit zou oorspronkelijk door windmolens langs de A28 komen, maar Defensie blokkeerde die plekken omdat de turbines de militaire oefenterreinen Leusderheide en Vlasakkers zouden hinderen.

Doordat de A28-locaties wegvielen, staan nu veertien eerder verworpen plekken weer op de provinciale optieslijst. Het merendeel van die locaties ligt rond Leusden en Woudenberg, maar ook Hoogland-West staat weer ter discussie — iets waar meerdere fracties in Amersfoort fel tegen zijn. Hoewel de provincie aangeeft dat Hoogland-West planologisch mogelijk is, zegt het gemeentebestuur dat het aan de lokale politiek is om te beoordelen of daar draagvlak voor bestaat.

De gemeenteraad vindt de deadline voor de zomer van 2026 krap, mede vanwege de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2026. Nieuwe coalities moeten daarna snel besluiten nemen en locaties opnemen in hun coalitieakkoorden, wat volgens meerdere partijen onrealistisch is binnen de gestelde termijn. Wethouder Jeroen Bulthuis noemt de planning ambitieus maar wijst erop dat de provincie eerder al druk heeft gezet en nu uitstel heeft verleend.

Ter voorbereiding maken de gemeenten een overdrachtsdocument voor de verkiezingen met onder meer de veertien compensatielocaties. Op basis daarvan moeten zij richting de zomer met een gezamenlijk plan komen, inclusief welke plekken concreet worden voorgesteld en of er al initiatiefnemers zijn. De wethouder benadrukt dat de gemeenten streven naar een gezamenlijke oplossingen en toeziet op een eerlijke verdeling van de opgave.